In 2015 kreeg Heidie Wilbrink een donorhart, nadat zij in 2007 ziek werd.
Heidie was zwanger van haar jongste dochter toen zij een tekenbeet met een kring van 13 centimeter opliep. Binnen een jaar na de tekenbeet waren er geleidingsproblemen in haar hart en vervolgens een totaal-blok. Bij een totaal-blok geeft de AV-knoop de prikkel helemaal niet door naar de kamers. Er werd meteen een pacemaker geplaatst en zo kwam Heidie in de medische molen. Heidie kreeg naast de pacemaker ook medicatie die haar hartslag moest vertragen. Er werd gedacht dat zij een hartinfarct aan het ontwikkelen was. Deze medicatie bleek echter niet de juiste medicatie te zijn en Heidie ontsnapte ternauwernood aan de dood.
Het hart had juist de tegenovergestelde medicatie nodig om te zorgen dat het juist krachtiger ging pompen. Heidie bracht steeds meer bezoeken aan het ziekenhuis en de pompkracht van haar hart werd steeds minder. Het hart werd een uitgelubberde ballon en er was bijna geen pompkracht meer. De enige optie voor Heidie om te blijven leven was een donorhart. In 2015 werd zij in Groningen getransplanteerd.
Voor de harttransplantatie hebben Heidie’s lever en nieren het al heel zwaar gehad. Ze lag voorafgaand aan de transplantatie in het ziekenhuis aan pompen om het hart kunstmatig in beweging te houden. Ze kreeg sondevoeding omdat ze niet meer kon eten en drinken. Ook na de transplantatie heeft Heidie last gehouden van haar maag en darmen. Haar nieren werken nog voor 25%. Ze geeft aan dat als haar nieren 10% minder gaan functioneren ze voor de keuze komt te staan om te gaan dialyseren of te transplanteren als dit mogelijk is.
Enige tijd geleden was Heidie erg ziek en werd zij opgenomen in het ziekenhuis. Tijdens deze opname is er overleg geweest tussen de artsen in het ziekenhuis in Groningen en Utrecht. Uit dit overleg komt de conclusie dat Heidie haar leverprobleem komt door de opeenstapeling van de medicatie die zij slikt om afstoting te voorkomen. Er zijn leverbiopsies gedaan. De lever maakt extra aders aan waardoor het bloed niet makkelijk door de vaten van de lever kan stromen. Heidie is overgestapt naar andere medicatie tegen de afstoting.
Naast de controles door de cardioloog is ze ook vaak bij de internist en nefroloog te vinden voor controle. Heidie geeft aan dat volgens haar artsen de tekenbeet voor haar hartprobleem heeft gezorgd. Die conclusie trekken ze omdat de klachten binnen een jaar na de tekenbeet zijn ontstaan. In eerste instantie werd er gedacht aan de ziekte van Lyme. Bij de transplantatie is zoals gebruikelijk haar hart onderzocht. Tijdens dit onderzoek werd sarcoïdose vastgesteld, een ziekte waarbij er vaak onverwacht ontstekingen ontstaan in organen en weefsels.
Of dit ook de oorzaak is van de lever en nierfunctievermindering blijkt moeilijk te achterhalen. Door de grote hoeveelheid gebruikte medicatie en door de terminale fase die Heidie heeft doorgemaakt lijkt er een vicieuze cirkel te zijn ontstaan. Heidie heeft vaak last van een vol hoofd, wat lijkt op een voorhoofdsholteontsteking met daarbij wat verkoudheidsklachten en hoesten. Ze kreeg van het ziekenhuis in Groningen, al voordat het RIVM met maatregelen kwam, een mail met daarin het advies om grote groepen mensen te mijden en afstand te houden.
Na weer een week grieperig te zijn geweest komt haar huisgenoot, die op de hartbewaking werkt, thuis met hoofdpijn. Ze is erg moe en gaat op de bank liggen. Ze valt in slaap en bij het wakker worden merkt ze dat het echt niet goed met haar gaat. Ze blijkt 38.9° koorts te hebben. Heidie heeft laagdrempelig contact gezocht met het ziekenhuis waar zij onder behandeling is. Het advies was om haar grieperige gevoel goed in de gaten te houden en af te wachten hoe het met haar huisgenoot zou gaan verlopen.
Haar huisgenoot kwam in aanmerking voor een coronatest. De coronatest werd afgenomen en zij bleek positief te testen op corona. Heidie nam weer contact op met het ziekenhuis in Groningen en die gaven aan dat zij dan ook wel Corona moest hebben, gezien haar klachten. Ze werd steeds zieker en verkouden. Kreeg een zere keel, last van haar longen en begon zwaar te ademen. Het enige wat Heidie niet had was koorts. Ook viel na een aantal dagen haar geur en smaak weg. Uit bed komen kostte haar veel moeite. Ze werd naar en vroeg zich af wat het allemaal was.
Heidie ging op advies van haar huisgenoot haar bloeddruk meten. Vaak is haar bloeddruk hoog. Bij deze meting viel op dat haar bloeddruk heel erg laag was. Dat verklaarde ook wel een beetje de klachten die Heidie ondervond op het moment dat zij ging staan. Heidie heeft twee a drie weken op de bank gelegen waarbij ze regelmatig contact had met de huisarts. Vanuit Groningen werd er regelmatig gebeld om te vragen hoe het ging. Ze voelde zich niet lekker terwijl anderen vonden dat ze behoorlijk ziek was. Heidie had alle doemscenario’s over Corona in haar hoofd: “Heb je Corona, dan moet je naar het ziekenhuis, kom je op de IC en al dat drama”.
Heidie wilde vooral thuis uitzieken. Die moeheid bleef in haar lichaam sudderen. Het leek even wat minder te worden en kwam daarna weer in alle hevigheid opzetten. Heidie heeft altijd vanuit Groningen formulieren om bloed te laten prikken in huis en besloot bloed af te laten nemen. Ze stuurde een mailtje naar het ziekenhuis met haar klachten. Vanuit Groningen werd er diezelfde dag contact met haar opgenomen. Haar nierfunctie was achteruit gegaan, maar dat kon niet alleen de oorzaak zijn van de extreme moeheid. Vanuit Groningen werd besloten om te kijken of er antistoffen tegen corona in haar bloed zit.
Deze antistoffen werden aangetroffen en dat was het bewijs dat Heidie Corona heeft gehad. Ze werd doorverwezen naar de Covid-polikliniek. Via de huisarts kreeg ze de gegevens van een fysiotherapeut die patiënten met resterende Covid-klachten behandelt. Ze neemt nog in overweging of ze hieraan deel gaat nemen. Op dit moment voelt Heidie zich nog steeds niet fit. Het is lastig om te bepalen of dit door de doorgemaakte Covid-besmetting komt of dat het een andere oorzaak heeft.